Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Aangaande den man, die teder onder u, en die zeer [57]wellustig geweest is, zijn oog [58]zal kwaad zijn tegen zijn broeder en tegen de [59]huisvrouw zijns schoots, en tegen zijn overige zonen, die hij overgehouden zal hebben; 57. Delicaat, lekker, dartel. 58. Dat is, zijn oog zal onvriendelijk, nijdig, afgunstig zijn; gelijk ook onder, vs.56. Zie boven, hfdst.15 vs.9. 59. Zie boven, hfdst.13 vs.6.